Marcel van Wing, de oprichter van The Flower Farm, heeft vier jaar in Indonesië gewoond en daar van dichtbij gezien hoe verwoestend ontbossing kan zijn. Waar ooit weelderige regenwouden stonden, zag hij nu alleen maar eindeloze rijen oliepalmplantages. Deze ervaring raakte hem diep en gaf hem de motivatie om iets te doen tegen de vernietiging van het regenwoud.

Marcel ontdekte al snel dat dus de massale productie van palmolie een van de grootste aanjagers van ontbossing is. Hij besefte dat als we de vraag naar palmolie kunnen verminderen, we direct kunnen helpen om het regenwoud te behouden. Zo werd The Flower Farm geboren, met als doel palmolie in voedingsproducten te vervangen door duurzame alternatieven, zoals sheaboter.

Bij The Flower Farm maken we margarine en broodbeleg zonder palmolie, maar met sheaboter, geharde raapolie of andere ingrediënten waarvoor niet is ontbost. Zo beschermen we niet alleen de natuur, maar geven we jou ook de kans om bewuste keuzes te maken die echt een verschil maken.

We nodigen je uit om samen met ons op te komen voor de natuur en te kiezen voor producten die bijdragen aan een duurzame toekomst.

Palmolie zit in meer dan de helft van de producten in de supermarkt, van voeding tot cosmetica. Het is een van de meest winstgevende gewassen ter wereld, maar die populariteit heeft een flinke keerzijde. Op dit moment wordt maar liefst 85% van de palmolie op een niet-duurzame manier geproduceerd. Dit betekent dat miljoenen hectaren regenwoud in Azië worden afgebrand om plaats te maken voor oliepalmplantages. Regenwouden zijn van onschatbare waarde en verantwoordelijk voor meer dan 80% van de biodiversiteit op onze planeet. De ontbossing die hiermee gepaard gaat, is niet alleen een ecologische ramp, maar vormt ook een bedreiging voor het leven van talloze dier- en plantensoorten, zoals de orang-oetans die van deze bossen afhankelijk zijn.

Hoewel er palmolie bestaat die RSPO-gecertificeerd is (Round Table on Sustainable Palm Oil), wat in theorie betekent dat er niet voor wordt ontbost, zijn er helaas veel kritieken op de effectiviteit van deze certificering. Vaak schieten de controlemechanismen tekort, en het blijft lastig voor consumenten om te weten of de palmolie in hun product echt ontbossingsvrij is. Daarnaast wordt het RSPO-label vaak niet vermeld op verpakkingen, waardoor het lastig is om een bewuste keuze te maken.

Bij The Flower Farm hebben we daarom besloten om palmolie helemaal te vermijden en te kiezen voor een ingrediënt waarvoor gegarandeerd geen ontbossing nodig is:

In het hart van de Afrikaanse savanne groeit de Karitéboom, een boom die zonder enige hulp van mensen in het wild floreert. Aan deze bomen groeien vruchten die een beetje op pruimen lijken. Wanneer ze rijp zijn, vallen ze vanzelf van de boom en worden ze met de hand geraapt. De noten uit deze vruchten worden vervolgens gedroogd, gekraakt, gewassen en verwerkt tot sheaboter.

 

Sheaboter zit boordevol goede eigenschappen: het is 100% plantaardig en heeft een ideale vetsamenstelling die onze producten heerlijk maakt. Maar het mooiste van sheaboter is dat het gegarandeerd vrij is van ontbossing. De Karitéboom groeit in het wild, zonder dat er plantages hoeven te worden aangelegd of regenwouden worden gekapt. Dat maakt sheaboter voor ons het perfecte alternatief voor palmolie. Ontbossingsvrij en puur natuur – hoe mooi is dat?

Waarom kokos geen alternatief is voor ons:

Kokos heeft misschien een positiever imago dan palmolie, maar helaas is het minstens zo schadelijk voor de natuur. Net als palmolie wordt kokos op plantages verbouwd, vaak op kwetsbare eilanden waar ontbossing en bodemerosie serieuze problemen zijn. Bovendien bevat kokosolie een hoog percentage verzadigd vet: 87% in vergelijking met 49% in sheaboter. En dan zijn er nog de ethische zorgen, zoals het inzetten van apen om kokosnoten te plukken – iets wat we absoluut niet kunnen goedkeuren.

Orang-oetans zijn blij met The Flower Farm!

Wij steunen met trots de initiatieven van Orangutan Rescue, een geweldige Nederlandse non-profitorganisatie. Dit fantastische team zet zich in om bedreigde orang-oetans te herplaatsen in een veilig stukje regenwoud waar ze weer kunnen floreren.